Oprichting
Deventer anno 1978
EEN ZAADJE ONTKIEMD ………
In de binnenstad, een zijstraat van de Brink op een steenworp afstand van de Bergkerk, is een donkerbruin café. Toen droeg het nog de naam Pilarenbar, waar Theo en Marian Loots een goed glas konden tappen.
Onder het genot van een pilsje en wat pinda’s werd er aan Peter Wuyster sr . ineens gevraagd, Hé Peter is ut neet mögelijk um ’n bloaskapel te formeern ….. ach zei hij toen, natuurlijk is dit mogelijk, (als geintje bedoeld) maar dit werd door een lid van de Deurzakker echt serieus opgepakt. Al gauw vlogen de wilde verhalen door de lucht, en na een paar glazen werd de zaak afgehandeld. Peter was de deur nog niet uit of hij had al grote spijt van zijn toezegging, om een Carnavals-orkest samen te stellen, en hij dacht, wat heb ik me nu weer aangehaald.
Toch ging Peter wat mensen benaderen met de gedachte als ik eerst wat blazers heb, komt de rest vanzelf. Zelf was Peter lid van Drumband Actief, en kende hij daar wel wat mensen. Als eersten werden Hennie Maneschijn en Harrie Marsman benaderd, die er gelijk al warm voor liepen. Zelf speelde Peter op een schuiftrombone en met twee trompetten erbij was dit een stap in de goede richting. Theo van den Brink en Peter Maneschijn werden gevraagd voor de concert (platte) trommel en Nol Zwijnenberg voor de grote trom. Ook werd Frans-Jan de Weerd gevraagd of hij de bekkens wou gaan bespelen. Met 7 mensen moest dit toch al een aardig gaan vormen. Ook zette Peter al gauw wat noten op papier, met eronder de grepen. En zo werd er een poging gedaan om wat liedjes in te studeren.
De eerste nummers waren: Zak is Effen deur, La me dat maar doen en Geef mij de liefde en de gein. Er werd gerepeteerd door Peter, Hennie en Harrie in de kleedkamers van Actief, voordat de repetitie van de drumband begon. Toen ik zelf een keer de kleedkamers binnenliep, aangetrokken door wat vreemde, maar toch goed klinkende deuntjes, vroeg ik aan Peter: “Waar zijn jullie toch mee bezig?” het antwoord was met en geintje …..! In die tijd zat ik zelf in militaire dienst bij de muziek en vertelde dat ik ook nog wel aan wat bladmuziek kon komen. De week daarop lag er weer een nieuw nummer: De Tiroler Holzhacker Baum.
Toen kwam ook de vraag, heb je geen zin om mee te doen, een trompet erbij kan geen kwaad. En zo was de club uitgegroeid naar 8 personen. Elke dinsdag was het raak voor het blaaswerk en ’s zondags was het vaste prik voor het hele gezellige zooitje, want dat was het wel. Ook een naam moest er komen en die werd gauw gevonden, DEURDWEILERS….! (doorgaan van kroeg naar kroeg). Zelfs kleding was er al gauw, een blauwe kiel, een rode zakdoek en een pet lag natuurlijk voor de hand. Instrumenten werden geleend van Actief, een grote trom kregen we zelfs als geschenk.
Maar nu….. Het eerste optreden van de Deurdweilers was gepland op een feest avond van de Deurzakkers in de Horst, waarbij diverse andere vereniging waren uitgenodigd. Maar één van onze jongens ging trouwen, en wel een dag voor die feestavond, namelijk op vrijdag 7 februari 1978. We waren allemaal uitgenodigd en besloten al gauw dat we daar zouden spelen.
En toen…. Om precies 22.00 uur stonden er 7 mensen in de gang van de Lindeboom, zwetend van de zenuwen, wat ging er gebeuren en wat hadden we ons aangehaald. Het hart klopte ons in de keel, afgesproken was, dat als de muziek in de zaal stopte met spelen, wij naar binnen zouden gaan.
En opééns was het doodstil in de zaal, Peter gaf aan Theo het teken. Hij sloeg af, prakke prak, prakke prak en er werd aarzelend ingezet. De deur ging voor ons open, een zaal vol met vrolijke mensen, met op het gezicht een uitdrukking van verbazing.
Al gauw kwamen de eersten op de dansvloer, achter elkaar in de polonaise. In een mum van tijd was de vloer vol met lachende mensen! Het eerste optreden was een succes en na afloop kwamen velen ons feliciteren. Je hoorde overal, wat leuk en wat goed. Met maar vier nummers wisten we de zaal plat te krijgen.
Dit was het begin van onze vereniging.
Dick van Gelder